Search results

Your search found 109 items
Previous | Next
Sort: Relevance | Topics | Title | Author | Publication Year View all 1 2 3
Home  / Search Results
Date: 2019
Abstract: “DE KANARIE IN DE KOLENMIJN” ‘Dreiging’ is een moeilijk meetbaar fenomeen. Soms is het evident en expliciet; soms is een dreiging verborgen en sluimerend. Soms is er een duidelijke afzender en is het gericht tegen een duidelijk doelwit, in andere gevallen is het veel minder duidelijk. Het huidige dreigingsbeeld wordt steeds minder duidelijk : er komen afzenders bij en er komen doelwitten bij. Hierdoor zou men kunnen concluderen dat de specifieke dreiging gericht tegen de Joodse gemeenschap, in vergelijking met voorgaande jaren, afneemt. De Stichting Bij Leven En Welzijn (BLEW) heeft een dreigingsindex samengesteld, waarmee verschillende factoren zo objectief mogelijk kunnen worden gewogen. Deze index meet op een consistente wijze de dreiging door de jaren heen. Hierdoor ontstaat een objectief beeld van de ontwikkeling van het dreigingsniveau. In tegenstelling tot wat men zou verwachten geeft de index aan dat het dreigingsniveau de laatste paar jaar toeneemt. Naast deze objectieve weging heeft BLEW een breed opgezet onderzoek naar het veiligheidsgevoel binnen de Joodse gemeenschap uitgevoerd. Ook uit deze kwalitatieve enquête komt het beeld naar voren dat joden zich steeds minder veilig voelen. Het veiligheidsgevoel neemt kortom af. Dit is overigens weer in overeenstemming met de metingen over het toenemende aantal antisemitische incidenten in Nederland en de landen om ons heen. Ondanks dat men, op basis van de relatieve “rust” in Europa wat betreft aanslagen tegen joodse doelwitten in Europa, zou vermoeden dat de dreiging afneemt, is de conclusie van dit rapport overduidelijk en zorgwekkend : Alle signalen wijzen op een verslechterde situatie. De toename van de dreigingsindex en de (globale en nationale) toename van het antisemitisme bevestigen het gevoel dat binnen de Joodse gemeenschap leeft dat het minder veilig wordt. Helaas fungeren Joden al eeuwen als de ‘kanarie in de kolenmijn’. Zo ook in het huidig tijdgewricht, waar de bedreiging van joden en andere minderheden een prelude zal zijn van een probleem dat de gehele Nederlandse samenleving treft. Tenzij we nu gezamenlijk opstaan en alle kennis, kunde en ervaring samenbrengen om te zorgen dat de Dreigingsindex niet alleen een dalende lijn zal vertonen, maar vooral niet meer nodig zal zijn. Het dreigingsrapport 2019 laat helaas zien dat dit doel nog ver weg is.
Date: 2018
Abstract: Sterke afname veiligheidsgevoel bij beperkte toename dreigingsniveau.

Het dreigingsniveau voor de Joodse Gemeenschap is al enkele jaren verontrustend hoog. Een belangrijke oorzaak is de niet aflatende dreiging van jihadistisch terrorisme voor de westerse samenleving als geheel en de joodse gemeenschap in het bijzonder. In 2017 is het dreigingsniveau zoals gemeten door de Stichting Bij Leven en Welzijn (BLEW) gestegen. Opmerkelijk is dat de oorzaken voor dit dreigingsniveau, die gemeten worden in de Dreigingsindex van Bij Leven en Welzijn van jaar tot jaar variëren.

In het voorliggende rapport, inmiddels de vijfde die BLEW publiceert, tonen aan dat een mondiale toename van het antisemitisme, de uiterst gewelddadige oproepen tegen joden op sociale media en de niet aflatende stroom aan verdachte handelingen rondom Joodse objecten een grimmige sfeer en daarmee een sterke afname van het veiligheidsgevoel tot gevolg hebben.

De toename van het aantal antisemitische incidenten neemt wereldwijd, maar vooral ook in West-Europa toe. Dit heeft ook als het mensen niet direct treft een grote impact op de Joodse gemeenschap. Door de toename van gevallen van vandalisme, bedreiging, intimidatie en belediging zijn mensen zich bewust van hun eigen kwetsbaarheid. Dit wordt versterkt door een zeer verontrustende beweging waarbij antizionisme en anti-Israël-geluiden inmiddels als een haast geaccepteerde vorm van antisemitisme gemeengoed zijn geworden; het gevolg is dat de kwetsbare Joodse gemeenschap zich nog kwetsbaarder voelt. Dat veroorzaakt een afnemend gevoel van veiligheid binnen de Joodse gemeenschap.
Gezien het belang van het veiligheidsgevoel in kwesties rondom
beveiliging zal dit gevoel - hoewel moeilijk meetbaar en dikwijls
subjectief – vanaf deze editie van ons Dreigingsrapport monitoren en duiden.
Date: 2017
Date: 2016
Abstract: Publiek Private samenwerking onvoldoende.

BLEW brengt nu voor de derde maal haar dreigingsrapport uit. Sinds ons eerste rapport, in 2014, is het denken rondom beveiliging drastisch veranderd. De conclusie van het eerste rapport was dat er op korte termijn meer beveiliging nodig was. Momenteel is de vraag niet of maar hoe we als Joodse gemeenschap, en in toenemende mate als maatschappij, ons kunnen beschermen tegen terrorisme.

Het antwoord op die vraag hangt af van de aard en mate van dreiging waarbij de ‘modus operandi’ (wijze van aanslag plegen) steeds wisselt. Deze blijft onverminderd hoog, maar de aard van de dreiging verandert: de weerbaarheid is weliswaar toegenomen maar de risico’s zijn groter geworden. De hogere alertheid en grotere weerbaarheid van met name de overheid vergroot de veiligheid, maar met een veel gevaarlijker en fatalere modus operandi waarbij het maken van veel slachtoffers in openbare en moeilijke te beveiligen doelen
prioritiet heeft is de dreiging niet als minder te kwalificeren.

De Joodse gemeenschap blijft een primair doelwit van jihadistisch terreur. De haat tegen het Westen, Israël en Joden in het bijzonder blijft ideologisch met elkaar verbonden. Het huidige dadersperspectief is onveranderd. De targets lijken echter, ook op ideologische gronden, te verschuiven naar meer algemeen Westerse ‘soft targets’ waarbij aanslagen worden gepleegd in onschuldige niets vermoedende menigtes: zelfmoordaanslagen, steekpartijen, doelbewuste aanrijdingen en schietpartijen met zware wapens.

De overheid ziet zich in snel tempo geconfronteerd met grote uitdagingen zoals aanslagen in openbare ruimtes, toenemende invloed van salafisme, radicalisering, terugkerende Nederlandse jihadisten, falend integratiebeleid, de vluchtelingenstroom en open grenzen.

De overheid intensiveert haar inzet door het uitbreiden van de Nationale Terrorisme Lijst, het mede-oprichten van een Europees Centrum voor Terrorisme Bestrijding, het ontmoedigen van het uitreizen naar Syrië onder radicale moslims, het beter controleren van vluchtelingen die Nederland binnenkomen en het opleiden van speciale eenheden van de Koninklijke Marechaussee.

De Stichting Bij Leven en Welzijn zet zich al 45 jaar in voor een veilige samenleving. BLEW heeft ervaring en expertise voor de beveiliging van een klein en kwetsbaar deel van onze samenleving; daarbij hebben wij een visie op de bescherming van de samenleving in bredere zin. Het gezamenlijke belang wordt steeds duidelijker zichtbaar. De enige manier om optimaal effectief te beveiligen is door samenwerking. Wij zien grote kansen voor de betere benutting van Publiek Private Samenwerkings verbanden (PPS) en hopen dat dit rapport een uitnodiging
zal zijn om deze verder te exploreren.
Date: 2015
Date: 2014
Abstract: De situatie is kritiek en het enige antwoord op korte termijn is beveiliging.

Hierbij presenteert Bij Leven En Welzijn (BLEW) haar eerste dreigingsrapport over de situatie van de Joodse gemeenschap in Nederland. Dit rapport heeft tot doel om het dreigingsbeeld voor de Joodse gemeenschap in Nederland in beeld te brengen.#

Naast een schets van de belangrijkste factoren die dit dreigingsbeeld bepalen introduceren wij de BLEW-index, waarmee objectief kan worden gemeten wat het dreigingsniveau op een bepaald moment is. Wij doen dit via de formule ‘Dreiging = Waarschijnlijkheid + Risico’.

Het rapport gaat in op de situatie van de afgelopen twee jaar. De reden hiervoor is dat de veiligheidssituatie sinds 2012, door het toenemen van het aantal (en het terugkeren van) uit Europa afkomstige jihadstrijders, significant is verslechterd. Dit jihadisme richt zich na terugkomst in Europa veelal tegen Westerse en specifiek Amerikaanse en Israëlische doelen. Omdat Amerikaanse en Israëlische doelen (zoals consulaten, ambassades en informatiecentra) in Europa zeer goed beveiligd zijn, worden Joodse soft-targets als synagogen, scholen en musea – voor velen synoniem aan Israëlisch – vanuit een daderperspectief interessantere en haalbare doelen.

Deze situatie wordt bovendien gevaarlijker omdat de duizenden naar Europa terugkerende Syriëgangers goed zijn getraind, zich niet gebonden voelen door landsgrenzen en onmogelijk permanent door de inlichtingendiensten kunnen worden gemonitord.

Deze en andere factoren zijn meegenomen in de BLEW-monitor, waarbij onze conclusie is dat het dreigingsniveau als ‘kritisch’ moet worden bestempeld en dat het belang van beveiliging voor de Joodse gemeenschap groter is dan ooit.
Reeds in 2012 heeft BLEW bij de relevante overheidsinstanties aangegeven dat de veiligheidssituatie voor de Joodse gemeenschap in Nederland kritisch begon te worden. Dit werd destijds niet gedeeld door de relevante overheidsinstanties. Na de aanslagen op Joodse instellingen in landen om ons heen (in 2012 in Toulouse en recentelijk Brussel) en het steeds grotere aantal uit vooral Syrië teruggekeerde jihadisten heeft de AIVD eind juni van dit jaar het rapport 'Transformatie van het jihadisme in Nederland' gepubliceerd. Onze conclusies sluiten hier bij aan. De Nederlandse jihadbeweging is omvangrijker dan ooit en vormt een toenemende bedreiging voor de nationale
veiligheid in het algemeen en de Joodse gemeenschap in het bijzonder.

Wij zijn dan ook van mening dat we met dit rapport zowel een belangrijke bijdrage zullen leveren aan het bewustzijn omtrent de veiligheidssituatie als aan die van de Joodse gemeenschap in Nederland.

Op het moment van publicatie is de Israëlische militaire operatie Protective Edge bezig in de Gazastrook. Deze operatie is begonnen om de onophoudelijke raketbeschietingen vanuit Gaza op Israël door Hamas en pogingen tot infiltratie van Israël door terroristen via tunnels te stoppen. Een concrete analyse van deze situatie is niet verwerkt in dit rapport, maar de (inter)nationale ontwikkelingen tonen nu reeds een duidelijk verband tussen militaire spanningen in het MiddenOosten en anti-Israël sentiment dat zich manifesteert in antisemitisme, ook in Nederland.
Author(s): Staetsky, L. Daniel
Date: 2025
Abstract: Begin 2025 is het nieuwste demografisch onderzoek naar de Joodse gemeenschap in Nederland door JMW en het Institute for Jewish Policy Research (JPR) gepubliceerd. Dit rapport biedt een gedetailleerd inzicht in de demografische ontwikkelingen en de ervaring van identiteitsbeleving van Joodse Nederlanders. De gegevens en ervaringen zijn belangrijk voor beleidsmakers binnen zowel Joods als niet-Joods Nederland.

Uit het rapport blijkt dat de omvang van de Joodse gemeenschap in Nederland stabiel is en zelfs een lichte groei vertoont. Deze groei is met name te danken aan de migratie van Israëli’s naar Nederland. Volgens het onderzoek beschouwen ongeveer 35.000 Nederlanders zich als Joods, terwijl nog eens 30.000 mensen een Joodse achtergrond hebben. In totaal heeft ongeveer 65.000 Nederlanders Joodse wortels.

Wat de Joodse gemeenschap in Nederland uniek maakt binnen Europa, is het opvallend hoge aandeel Israëli’s. Ongeveer een derde van het aantal Joden in Nederland heeft een Israëlische achtergrond. Twintig procent van de Nederlandse Joden is in Israël geboren en veertig procent van de Nederlands-Joodse kinderen heeft ten minste één Israëlische ouder. Het rapport laat de diversiteit zien in de manieren waarop Nederlandse Joden hun identiteit beleven en ervaren. Daarnaast onderscheidt de Joods-Nederlandse gemeenschap zich door haar niet-religieuze en vaak ongebonden karakter. Deze combinatie van groei, diversiteit en ongebondenheid maakt de Joodse gemeenschap in Nederland bijzonder binnen Europa.
Author(s): Frank, van Vree
Date: 2024
Abstract: ‘Het was prachtig zoals de wielen van de wagons in het begin in Nederland rolden …’ aldus een trotse Adolf Eichmann, het organisatorische meesterbrein achter de deportaties van de joden uit de door nazi-Duitsland bezette gebieden naar de vernietigingskampen, enkele jaren na de oorlog. Hij had alle reden tevreden te zijn. In geen enkel ander West-Europees land werd zo’n groot deel van de joodse bevolking weggevoerd en vermoord, en dat had ook te maken met de medewerking van veel Nederlandse instanties. Een harde en pijnlijke waarheid, die velen in Nederland aanvankelijk niet onder ogen wilden zien. In dit boek worden geschetst hoe Nederland met de herinnering aan de Jodenvervolging is omgegaan, vanaf de eerste jaren na de bevrijding tot aan de opening van het Nationaal Holocaust Museum in 2024. Opvallend daarbij is dat de nazistische vervolging in Nederland al in de jaren zestig een belangrijke plaats kreeg in de nationale herinneringscultuur, vooral dankzij het Eichmann-proces en het werk van Jacques Presser. Het nationalistische beeld van de oorlog als een periode van ‘onderdrukking en verzet’, waarin de Jodenvervolging in de eerste plaats werd gezien als een illustratie van de Duitse terreur tegen het Nederlandse volk, bleek niet langer houdbaar. Vanaf de jaren negentig zou Nederland steeds meer onder invloed raken van de internationale herinneringscultuur die zich vormde rond het begrip ‘Holocaust’, een term die aanvankelijk buiten de VS geheel onbekend was. Dat proces laat zich goed aflezen aan het taalgebruik en de herdenkingsrituelen, maar ook aan monumenten, musea, media, film en literatuur. Rond de Holocaust ontstond een soort ‘burgerlijke religie’, die niet alleen politiek wordt beleden, in Europa, de VS en andere delen van de wereld, maar ook diep geworteld is in de cultuur en samenleving, te beginnen in Nederland. Nederland en de herinnering aan de Jodenvervolging biedt een diepgravend overzicht van de omgang met de herinneringen aan de meest pijnlijke en ingrijpende episode uit de moderne Nederlandse geschiedenis. Frank van Vree is em. hoogleraar Geschiedenis van Oorlog, Geweld en Herinnering aan de Universiteit van Amsterdam. Eerder was hij directeur van het NIOD en decaan van de Faculteit Geesteswetenschappen van de UvA. Hij publiceerde een groot aantal studies op het terrein van de moderne geschiedenis en historische cultuur.
Date: 2024
Abstract: Unia publie un rapport consacré à l’antisémitisme en Belgique (2024) et formule 10 recommandations. Ce travail d’analyse, basé sur les dossiers de 2018 à 2022, est structuré en deux volets. Le second volet est dédié à l’impact des évènements tragique du 7 octobre 2023 sur les signalements reçus par ses services.

I. L’antisémitisme en Belgique. Analyse et recommandations au départ des dossiers traités par Unia entre 2018 et 2022
En 2021, Unia a publié une note relative à l’antisémitisme et à la définition de l’IHRA. Le temps ne s’est pas arrêté dans l’intervalle. Les rapports de recherche ainsi que les signalements adressés à Unia et à d’autres acteurs, aux organisations juives et à la police indiquent que toutes sortes de messages de haine et délits de haine antisémites, notamment sur les réseaux sociaux, demeurent une triste réalité et que la lutte contre l’antisémitisme doit s’intensifier.

Dans le présent rapport, nous revenons d’abord succinctement sur l’analyse de 2021, puis nous passons en revue les différentes définitions des faits antisémites (qu’il s’agisse de définitions juridiques ou de définitions de travail alternatives) et leur utilisation dans la pratique.

II. L’impact du conflit israélo-palestinien : discours et délits de haine en Belgique – focus sur les signalements entre 7 octobre et le 7 décembre 2023
En raison de la tragique actualité, Unia a rédigé un document annexe au rapport, qui examine l’impact du conflit sur son activité.

En deux mois, entre le 7 octobre 2023 et le 7 décembre 2023, 91 signalements ont été enregistrés, dont 66 font explicitement référence à l’ascendance juive. Il s’agit essentiellement de messages de haine, pour plus de la moitié en ligne, mais aussi de propos tenus dans l’espace public. Unia est par ailleurs en contact avec le parquet et la police dans 9 dossiers relatifs à des agressions et dégradations.

A titre de comparaison, l’an passé, Unia a enregistré en moyenne entre 4 et 5 signalements par mois.

Le conflit ne change pas la nature des actes, mais il accroît leur intensité en raison d’un effet de loupe. Le même phénomène a été observé en 2008-2009.


Het rapport antisemitisme in België (2024) van Unia bestaat uit 2 delen: de analyse van de dossiers van 2018 tot 2022 en de impact van de tragische gebeurtenissen sinds 7 oktober 2023 op de nieuwe meldingen. We doen ook 10 aanbevelingen.

I. Antisemitisme in België. Analyse en aanbevelingen op basis van dossiers behandeld door Unia tussen 2018 en 2022
In 2021 publiceerde Unia een nota over antisemitisme en de definitie van de IHRA. De tijd is ondertussen niet stil blijven staan. Onderzoeksrapporten en meldingen bij Unia en bij onder meer Joodse organisaties en politie geven aan dat verschillende vormen van haatspraak (vooral op sociale media) en antisemitische misdrijven een jammerlijke realiteit blijven. De strijd tegen antisemitisme moet duidelijk worden opgevoerd.

In het rapport antisemitisme (2024) kijken we eerst kort terug op de analyse van 2021 en gaan we vervolgens in op verschillende definities van antisemitische feiten (zowel juridische definities als alternatieve werkdefinities) en hun praktische toepassing.

II. Impact van het Israëlisch-Palestijns conflict: haatspraak en -misdrijven in België – focus op de meldingen van 7 oktober tot 7 december 2023
Na de tragische gebeurtenissen sinds 7 oktober stelde Unia een bijlage op die de impact van het conflict op de meldingen analyseert.

In de 2 maanden tussen 7 oktober 2023 en 7 december 2023 werden 91 meldingen geregistreerd, waarvan er 66 expliciet verwijzen naar Joodse afstamming. Het gaat vooral om haatberichten, waarvan meer dan de helft online, maar ook uitlatingen in de openbare ruimte. Unia had in 9 gevallen contact met het parket en de politie voor dossiers over agressies en beschadigingen.

Ter vergelijking: vorig jaar registreerde Unia gemiddeld 4 à 5 meldingen per maand.

Het conflict heeft geen impact op de aard van de daden, maar verhoogt wel de intensiteit ervan. Hetzelfde fenomeen werd overigens waargenomen in 2008-2009
Date: 2022
Abstract: L’année 2021 est une année record avec 119 signalements. Le nombre le plus important depuis le
début du recensement en 2001.
• Cette augmentation pourrait être liée à l’opération « Gardiens des Murailles » opposant Israël au
Hamas. Le conflit au Moyen-Orient sert régulièrement de prétexte à l’expression de l’antisémitisme
sous couvert d’antisionisme.
• L’année 2021 a également été marquée par la pandémie du COVID-19 qui a exacerbé les frustrations et
peurs en tout genre. Les Juifs sont régulièrement pris pour cible étant tenus à tour de rôle responsables
de la maladie, ou, en tirant profit.
• Les signalements sur internet ont nettement augmenté. +62,75% en 2021
• Les signalements pour des actes antisémites commis dans l’espace public ont diminué.
• La majorité des incidents relevés, hors internet, a eu lieu à Anvers et Bruxelles.
• En mai, pendant le déroulement de l’opération « Gardien des Murailles » opposant Israël au Hamas, une
moyenne de 6 actes antisémites par jour a été enregistrée.
• 3 agressions physiques ont eu lieu à Anvers

Het jaar 2021 is een recordjaar met 119 meldingen. Het grootste aantal sinds de volkstelling in 2001
begon.
• Deze toename kan worden verklaard door het feit dat in mei 2021 de operatie «Guardian of the Walls»
tussen Israël en Hamas plaatsvond. Het conflict in het Midden-Oosten wordt regelmatig gecoöpteerd
om antisemitisme uit te drukken onder het mom van antizionisme.
• Het jaar 2021 is ook gekenmerkt door de COVID-19-pandemie die frustraties en angsten van allerlei
aard heeft verergerd. Joden worden regelmatig geviseerd en verantwoordelijk gehouden voor de ziekte
of ervan te profiteren.
• De berichten op internet zijn aanzienlijk toegenomen. +62,75% in 2021
• Het merendeel van de geregistreerde incidenten, buiten het internet, vond plaats in Antwerpen en
Brussel.
• In mei, tijdens Operatie Guardian of the Walls tussen Israël en Hamas, werden gemiddeld 6
antisemitische daden per dag geregistreerd.
• 3 aanslagen vonden plaats in Antwerpen
Date: 2021
Abstract: 2020 zag een vermeerdering van signalementen ten belope van 36,5% tov 2019.
• Deze vermindering kan worden uitgelegd door het feit dat de Covid-19 pandemie in 2020 is begonnen
en de mensen heeft verplicht binnen te blijven gedurende meerdere maanden, zonder externe
contacten, hetgeen als gevolg heeft gehad de angst te versterken bij de geïsoleerde personen en de
meest zwakke geesten, alsook het gevoel van persecutie en de samenzweringstheorieën.
• De joden zijn ten alle tijden de zondebok geweest tijdens pandemieën en onzekere periodes. Het jaar
2020 heeft deze steretypen niet mogen tegenspreken.
• De signalementen op het Internet zijn in 2020 vermeerderd met 54,5%.
• Het merendeel van de vastgestelde incidenten, buiten het Internet, heeft plaatsgevonden te Antwerpen
en Brussel.


En 2020, on observe une augmentation de signalements de 36,5% par rapport à 2019.
• Cette augmentation peut s’expliquer par le fait qu’en 2020 a débuté la pandémie du COVID-19 qui
a contraint la population à rester confinée, sans contact extérieur pendant des mois. Cela a eu pour
conséquence d’augmenter les angoisses, sentiments de persécution et théories du complot chez les
plus fragiles et isolés.
• Les juifs ont de tout temps servi de bouc émissaire lors d’épidémies et périodes d’incertitudes. L’année
2020 n’aura pas échappé à ces stéréotypes.
• Les signalement sur internet ont nettement augmenté. +54,5% en 2020
• La majorité des incidents relevés, hors internet, a eu lieu à Anvers et Bruxelles.
Date: 2019
Abstract:
Antisemitisme.be recense, depuis l’année 2001, les actes antisémites commis sur l’ensemble du territoire belge et, chaque année, publie un rapport sur l’antisémitisme en Belgique.Dans ce document, vous découvrirez la liste de tous les incidents recensés, notre méthodologie de travail, ainsi qu’une analyse de l’année écoulée.
Les incidents recensés et analysés dans ce rapport sont ceux qui nous ont été communiqués ou qui ont fait l’objet d’une plainte pour racisme. Les chiffres repris dans cette analyse reflètent bien sûr une tendance et non une photographie exacte dans l’antisémitisme en Belgique.

Tant que les membres de la Communauté juive se sentiront, à juste titre, en insécurité, tant que les institutions juives auront besoin d’être protégées, tant qu’ils ne pourront pas circuler comme tout citoyen belge en toute sécurité lorsqu’il arbore un signe apparent de judaïté (kippa, étoile de David…), l’antisémitisme devra être combattu et les autorités politiques devront y mettre tous les moyens.


Sinds 2001, identificeert Antisemitisme.be antisemitische handelingen in het hele Belgische grondgebied, en publiceert jaarlijks een verslag over antisemitisme in België.

In dit document vind u onze werk methodologie en een analyse van het afgelopen jaar.

Incidenten geïdentificeerd en geanalyseerd in dit verslag zijn ofwel gecommuniceerd of dat het onderwerp van een klacht over racisme zijn geweest. De cijfers in deze analyse, zijn zeker als gevolg van een trend, maar geven niet een nauwkeurig beeld van antisemitisme in België.

Antisemitisme kan niet worden gekwantificeerd in aantallen, maar ook door de ernst van de incidenten, zoals de tragische ervaring die de Joodse gemeenschap zaterdag 24 mei, jl. heeft mee moeten maken.

Zolang de leden van de Joodse gemeenschap zich terecht onveilig voelen, de Joodse instellingen beschermd moeten worden, ze niet in staat zijn om veilig te bewegen net als elke andere Belg wanneer ze enig duidelijk teken van joodse identiteit (Kippa, Ster van David, …) dragen, moet antisemitisme bestreden worden en de politieke autoriteiten moeten alle middelen in deze strijd zetten.
Author(s): Verhoeven, Joram
Date: 2017
Date: 2014
Abstract: In de zomer van 2013 publiceerde Onderzoeksbureau Panteia in opdracht van de Anne Frank
Stichting het onderzoeksrapport ‘Antisemitisme in het Voortgezet Onderwijs’ (Wolf e.a., 2013). Dit
onderzoek gaf een kwantitatief (cijfermatig) beeld van de omvang en aard van dit probleem.
Uit dit onderzoek kwam naar voren dat een derde van de docenten het voorafgaande jaar
antisemitische incidenten had meegemaakt in de klas. Het ging veelal om ongerichte scheld- en
schreeuwpartijen. Daders waren meestal jongens en meestal autochtoon. Vaak was er sprake van
een voetbalcontext. Allochtone leerlingen waren, gerelateerd aan hun aandeel in de totale
leerlingpopulatie, relatief oververtegenwoordigd.
Dit heldere, maar tevens complexe beeld van uitingen van antisemitisme in het voortgezet onderwijs
gaf antwoord op een aantal vragen. Voor het eerst kon op basis van een representatief onderzoek een
goed inzicht gegeven worden over de globale aard en omvang van dit probleem. In de schriftelijke
vragenlijst is echter gebruik gemaakt van een aantal vooraf gedefinieerde globale categorieën, die de
respondenten konden aankruisen. Daardoor is weliswaar een helder beeld ontstaan, maar zijn er
geen details over achtergronden van daders, motieven en dergelijke beschikbaar. Om nadere details
van deze antisemitische incidenten te verkrijgen en voor meer inzicht in de achtergronden van
incidenten en daders is een aanvullende kwalitatieve schets gemaakt door onderzoekers van de Anne
Frank Stichting. In een eerste verkenning op dit thema zijn een aantal gesprekken gevoerd met
jongeren en met docenten over antisemitisme: Wat wordt er op scholen precies over of tegen Joden
geroepen? Waarom doen jongeren dat? En waar komt dat vandaan? Hoe zien de docenten de
uitlatingen van hun leerlingen? Hoe gaan docenten hiermee om?
In dit verslag geven we de uitkomsten van deze verkennende gesprekken weer. Vanwege de
kleinschalige opzet zijn deze uitkomsten niet te generaliseren. Daarbij benadrukken we dat, als
vervolg op de survey van Panteia, verder kwalitatief onderzoek nodig is om uitspraken te kunnen
doen. Zo zal de Anne Frank Stichting in 2014 uitgebreid onderzoek gaan doen naar domeinen waar
jongeren hun opvattingen hebben (aan)geleerd om zo beter de motieven voor antisemitische
uitlatingen te kunnen duiden.
Voorliggend rapport omvat een eerste verkenning om na te gaan wat er zoal speelt op school en wat
mogelijke achtergronden van antisemitische incidenten zijn
Date: 2019
Abstract: De groei van antisemitisme in Nederland komt overeen met de trends in andere landen: ook in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland kwamen het afgelopen jaar vaker anti-Joodse incidenten voor.

Met name in de directe omgeving steeg het aantal antisemitische incidenten sterk. De stijging in deze categorie was 67 procent. Het gaat hier om voorvallen op school, op het werk of tussen buren. Juist deze incidenten hebben doorgaans een grote impact en zijn daardoor extra schrijnend. Zo registreerde CIDI een melding van een Joodse scholier, die in de klas en in groepsapps opmerkingen te horen krijgt als “alle Joden moeten dood” en “ga terug naar de gaskamer”. De school neemt pas na veel aandringen maatregelen en het pesten neemt pas af wanneer de leerling (op eigen verzoek) wordt overgeplaatst naar een andere klas.

De door CIDI geregistreerde incidenten vormen hoogstwaarschijnlijk het topje van de antisemitische ijsberg in Nederland. Onderzoek door het Fundamentele Rechtenagentschap van de EU geeft aan dat slechts 25 procent van de Joodse Nederlanders, die de afgelopen vijf jaar slachtoffer werden van antisemitisme, hun ervaring meldde bij een instantie (zoals CIDI) of aangifte deed bij de politie. Veel antisemitisme speelt zich dus af onder de radar.

CIDI maakt zich zorgen over de toename van antisemitisme en wil een duidelijk actieplan van de overheid om dit probleem te bestrijden. Het is hoog tijd dat politie en justitie specifiek aandacht besteden aan antisemitisme en het probleem goed in kaart brengen. Ook moet worden geïnvesteerd in opsporing en vervolging van daders – nu is het zo dat slachtoffers na een aangifte soms jaren wachten voordat er vervolging plaatsvindt. Steeds meer mensen denken dat melden of aangifte doen geen zin heeft. Antisemitisme dreigt hierdoor steeds verder onder de radar te verdwijnen. Deze zorgwekkende trend kan alleen worden gekeerd wanneer de overheid met een serieuze, transparante en krachtdadige aanpak van het probleem komt.

De aanpak van antisemitisme kan echter niet beperkt blijven tot politie en justitie. CIDI wil dat docenten ondersteuning krijgen bij het bestrijden van antisemitische vooroordelen en complottheorieën in de klas. Inburgeringstrajecten voor nieuwe Nederlanders moeten aandacht besteden aan antisemitisme en benadrukken dat rechten van minderheden in Nederland worden gerespecteerd. En wanneer antisemitisme zich voordoet – op straat, op school, op internet – is het belangrijk dat men zich er duidelijk tegen uitspreekt. We mogen antisemitisme niet normaal gaan vinden.
Date: 2014
Date: 2015
Date: 2015
Date: 2001