Abstract: “DE KANARIE IN DE KOLENMIJN”
‘Dreiging’ is een moeilijk meetbaar fenomeen. Soms is het evident en expliciet; soms is een dreiging verborgen en sluimerend. Soms is er een duidelijke afzender en is het gericht tegen een duidelijk doelwit, in andere gevallen is het veel minder duidelijk.
Het huidige dreigingsbeeld wordt steeds minder duidelijk : er komen afzenders bij en er komen doelwitten bij. Hierdoor zou men kunnen concluderen dat de specifieke dreiging gericht tegen de Joodse gemeenschap, in vergelijking met voorgaande jaren, afneemt.
De Stichting Bij Leven En Welzijn (BLEW) heeft een dreigingsindex samengesteld, waarmee verschillende factoren zo objectief mogelijk kunnen worden gewogen. Deze index meet op een consistente wijze de dreiging door de jaren heen. Hierdoor ontstaat een objectief beeld van de ontwikkeling van het dreigingsniveau.
In tegenstelling tot wat men zou verwachten geeft de index aan dat het dreigingsniveau de laatste paar jaar toeneemt. Naast deze objectieve weging heeft BLEW een breed opgezet onderzoek naar het veiligheidsgevoel binnen de Joodse gemeenschap uitgevoerd. Ook uit deze kwalitatieve enquête komt het beeld naar voren dat joden zich steeds minder veilig voelen. Het veiligheidsgevoel neemt kortom af. Dit is overigens weer in overeenstemming met de metingen over het toenemende aantal antisemitische incidenten in Nederland en de landen om ons heen.
Ondanks dat men, op basis van de relatieve “rust” in Europa wat betreft aanslagen tegen joodse doelwitten in Europa, zou vermoeden dat de dreiging afneemt, is de conclusie van dit rapport overduidelijk en zorgwekkend :
Alle signalen wijzen op een verslechterde situatie. De toename van de dreigingsindex en de (globale en nationale) toename van het antisemitisme bevestigen het gevoel dat binnen de Joodse gemeenschap leeft dat het minder veilig wordt.
Helaas fungeren Joden al eeuwen als de ‘kanarie in de kolenmijn’. Zo ook in het huidig tijdgewricht, waar de bedreiging van joden en andere minderheden een prelude zal zijn van een probleem dat de gehele Nederlandse samenleving treft. Tenzij we nu gezamenlijk opstaan en alle kennis, kunde en ervaring samenbrengen om te zorgen dat de Dreigingsindex niet alleen een dalende lijn zal vertonen, maar vooral niet meer nodig zal zijn.
Het dreigingsrapport 2019 laat helaas zien dat dit doel nog ver weg is.
Abstract: Publiek Private samenwerking onvoldoende.
BLEW brengt nu voor de derde maal haar dreigingsrapport uit. Sinds ons eerste rapport, in 2014, is het denken rondom beveiliging drastisch veranderd. De conclusie van het eerste rapport was dat er op korte termijn meer beveiliging nodig was. Momenteel is de vraag niet of maar hoe we als Joodse gemeenschap, en in toenemende mate als maatschappij, ons kunnen beschermen tegen terrorisme.
Het antwoord op die vraag hangt af van de aard en mate van dreiging waarbij de ‘modus operandi’ (wijze van aanslag plegen) steeds wisselt. Deze blijft onverminderd hoog, maar de aard van de dreiging verandert: de weerbaarheid is weliswaar toegenomen maar de risico’s zijn groter geworden. De hogere alertheid en grotere weerbaarheid van met name de overheid vergroot de veiligheid, maar met een veel gevaarlijker en fatalere modus operandi waarbij het maken van veel slachtoffers in openbare en moeilijke te beveiligen doelen
prioritiet heeft is de dreiging niet als minder te kwalificeren.
De Joodse gemeenschap blijft een primair doelwit van jihadistisch terreur. De haat tegen het Westen, Israël en Joden in het bijzonder blijft ideologisch met elkaar verbonden. Het huidige dadersperspectief is onveranderd. De targets lijken echter, ook op ideologische gronden, te verschuiven naar meer algemeen Westerse ‘soft targets’ waarbij aanslagen worden gepleegd in onschuldige niets vermoedende menigtes: zelfmoordaanslagen, steekpartijen, doelbewuste aanrijdingen en schietpartijen met zware wapens.
De overheid ziet zich in snel tempo geconfronteerd met grote uitdagingen zoals aanslagen in openbare ruimtes, toenemende invloed van salafisme, radicalisering, terugkerende Nederlandse jihadisten, falend integratiebeleid, de vluchtelingenstroom en open grenzen.
De overheid intensiveert haar inzet door het uitbreiden van de Nationale Terrorisme Lijst, het mede-oprichten van een Europees Centrum voor Terrorisme Bestrijding, het ontmoedigen van het uitreizen naar Syrië onder radicale moslims, het beter controleren van vluchtelingen die Nederland binnenkomen en het opleiden van speciale eenheden van de Koninklijke Marechaussee.
De Stichting Bij Leven en Welzijn zet zich al 45 jaar in voor een veilige samenleving. BLEW heeft ervaring en expertise voor de beveiliging van een klein en kwetsbaar deel van onze samenleving; daarbij hebben wij een visie op de bescherming van de samenleving in bredere zin. Het gezamenlijke belang wordt steeds duidelijker zichtbaar. De enige manier om optimaal effectief te beveiligen is door samenwerking. Wij zien grote kansen voor de betere benutting van Publiek Private Samenwerkings verbanden (PPS) en hopen dat dit rapport een uitnodiging
zal zijn om deze verder te exploreren.
Abstract: De situatie is kritiek en het enige antwoord op korte termijn is beveiliging.
Hierbij presenteert Bij Leven En Welzijn (BLEW) haar eerste dreigingsrapport over de situatie van de Joodse gemeenschap in Nederland. Dit rapport heeft tot doel om het dreigingsbeeld voor de Joodse gemeenschap in Nederland in beeld te brengen.#
Naast een schets van de belangrijkste factoren die dit dreigingsbeeld bepalen introduceren wij de BLEW-index, waarmee objectief kan worden gemeten wat het dreigingsniveau op een bepaald moment is. Wij doen dit via de formule ‘Dreiging = Waarschijnlijkheid + Risico’.
Het rapport gaat in op de situatie van de afgelopen twee jaar. De reden hiervoor is dat de veiligheidssituatie sinds 2012, door het toenemen van het aantal (en het terugkeren van) uit Europa afkomstige jihadstrijders, significant is verslechterd. Dit jihadisme richt zich na terugkomst in Europa veelal tegen Westerse en specifiek Amerikaanse en Israëlische doelen. Omdat Amerikaanse en Israëlische doelen (zoals consulaten, ambassades en informatiecentra) in Europa zeer goed beveiligd zijn, worden Joodse soft-targets als synagogen, scholen en musea – voor velen synoniem aan Israëlisch – vanuit een daderperspectief interessantere en haalbare doelen.
Deze situatie wordt bovendien gevaarlijker omdat de duizenden naar Europa terugkerende Syriëgangers goed zijn getraind, zich niet gebonden voelen door landsgrenzen en onmogelijk permanent door de inlichtingendiensten kunnen worden gemonitord.
Deze en andere factoren zijn meegenomen in de BLEW-monitor, waarbij onze conclusie is dat het dreigingsniveau als ‘kritisch’ moet worden bestempeld en dat het belang van beveiliging voor de Joodse gemeenschap groter is dan ooit.
Reeds in 2012 heeft BLEW bij de relevante overheidsinstanties aangegeven dat de veiligheidssituatie voor de Joodse gemeenschap in Nederland kritisch begon te worden. Dit werd destijds niet gedeeld door de relevante overheidsinstanties. Na de aanslagen op Joodse instellingen in landen om ons heen (in 2012 in Toulouse en recentelijk Brussel) en het steeds grotere aantal uit vooral Syrië teruggekeerde jihadisten heeft de AIVD eind juni van dit jaar het rapport 'Transformatie van het jihadisme in Nederland' gepubliceerd. Onze conclusies sluiten hier bij aan. De Nederlandse jihadbeweging is omvangrijker dan ooit en vormt een toenemende bedreiging voor de nationale
veiligheid in het algemeen en de Joodse gemeenschap in het bijzonder.
Wij zijn dan ook van mening dat we met dit rapport zowel een belangrijke bijdrage zullen leveren aan het bewustzijn omtrent de veiligheidssituatie als aan die van de Joodse gemeenschap in Nederland.
Op het moment van publicatie is de Israëlische militaire operatie Protective Edge bezig in de Gazastrook. Deze operatie is begonnen om de onophoudelijke raketbeschietingen vanuit Gaza op Israël door Hamas en pogingen tot infiltratie van Israël door terroristen via tunnels te stoppen. Een concrete analyse van deze situatie is niet verwerkt in dit rapport, maar de (inter)nationale ontwikkelingen tonen nu reeds een duidelijk verband tussen militaire spanningen in het MiddenOosten en anti-Israël sentiment dat zich manifesteert in antisemitisme, ook in Nederland.
Abstract: This volume considers the uses and misuses of the memory of assistance given to Jews during the Holocaust, deliberated in local, national, and transnational contexts. History of this aid has drawn the attention of scholars and the general public alike. Stories of heroic citizens who hid and rescued Jewish men, women, and children have been adapted into books, films, plays, public commemorations, and museum exhibitions. Yet, emphasis on the uplifting narratives often obscures the history of violence and complicity with Nazi policies of persecution and mass murder. Each of the ten essays in this interdisciplinary collection is dedicated to a different country: Belarus, Denmark, France, Germany, Greece, North Macedonia, the Netherlands, Poland, Slovakia, and Ukraine. The case studies provide new insights into what has emerged as one of the most prominent and visible trends in recent Holocaust memory and memory politics. While many of the essays focus on recent developments, they also shed light on the evolution of this phenomenon since 1945.
Abstract: This report from B’nai B’rith International, democ and the European Union of Jewish Students (EUJS) documents the surge of antisemitism on university campuses across Europe in the aftermath of the October 7, 2023 Hamas terrorist attack in Israel. Since then, Jewish students and faculty have faced harassment, intimidation and violence, creating a climate of fear and exclusion across campuses.
Universities that should safeguard open debate and diversity have instead seen antisemitic rhetoric, Holocaust distortion, glorification of Hamas and calls for “intifada.” Professors, radical student groups, and outside organizations have often fueled this atmosphere, while administrators too often failed to act.
Covering Austria, Belgium, France, Germany, Italy, the Netherlands, Spain, Sweden and the United Kingdom, the report identifies repeated patterns: threats and assaults against Jewish students, antisemitic vandalism, incitement to violence, and weak or inconsistent institutional responses.
Abstract: ‘Het was prachtig zoals de wielen van de wagons in het begin in Nederland rolden …’ aldus een trotse Adolf Eichmann, het organisatorische meesterbrein achter de deportaties van de joden uit de door nazi-Duitsland bezette gebieden naar de vernietigingskampen, enkele jaren na de oorlog. Hij had alle reden tevreden te zijn. In geen enkel ander West-Europees land werd zo’n groot deel van de joodse bevolking weggevoerd en vermoord, en dat had ook te maken met de medewerking van veel Nederlandse instanties. Een harde en pijnlijke waarheid, die velen in Nederland aanvankelijk niet onder ogen wilden zien. In dit boek worden geschetst hoe Nederland met de herinnering aan de Jodenvervolging is omgegaan, vanaf de eerste jaren na de bevrijding tot aan de opening van het Nationaal Holocaust Museum in 2024. Opvallend daarbij is dat de nazistische vervolging in Nederland al in de jaren zestig een belangrijke plaats kreeg in de nationale herinneringscultuur, vooral dankzij het Eichmann-proces en het werk van Jacques Presser. Het nationalistische beeld van de oorlog als een periode van ‘onderdrukking en verzet’, waarin de Jodenvervolging in de eerste plaats werd gezien als een illustratie van de Duitse terreur tegen het Nederlandse volk, bleek niet langer houdbaar. Vanaf de jaren negentig zou Nederland steeds meer onder invloed raken van de internationale herinneringscultuur die zich vormde rond het begrip ‘Holocaust’, een term die aanvankelijk buiten de VS geheel onbekend was. Dat proces laat zich goed aflezen aan het taalgebruik en de herdenkingsrituelen, maar ook aan monumenten, musea, media, film en literatuur. Rond de Holocaust ontstond een soort ‘burgerlijke religie’, die niet alleen politiek wordt beleden, in Europa, de VS en andere delen van de wereld, maar ook diep geworteld is in de cultuur en samenleving, te beginnen in Nederland. Nederland en de herinnering aan de Jodenvervolging biedt een diepgravend overzicht van de omgang met de herinneringen aan de meest pijnlijke en ingrijpende episode uit de moderne Nederlandse geschiedenis. Frank van Vree is em. hoogleraar Geschiedenis van Oorlog, Geweld en Herinnering aan de Universiteit van Amsterdam. Eerder was hij directeur van het NIOD en decaan van de Faculteit Geesteswetenschappen van de UvA. Hij publiceerde een groot aantal studies op het terrein van de moderne geschiedenis en historische cultuur.
Abstract: Why do non-Jewish football fans chant "Yid Army" or wave "Super Jews" banners—especially in support of clubs that are not Jewish? The Making of "Jew Clubs" explores how four major European football clubs—FC Bayern Munich, FK Austria Vienna, Ajax Amsterdam, and Tottenham Hotspur—came to be seen as "Jew Clubs," even though they have never officially identified as Jewish.
In this transnational study, Pavel Brunssen traces how both Jewish and non-Jewish actors perform Jewishness, antisemitism, and philosemitism within European football cultures over the 20th and 21st centuries. Drawing on a wide array of primary sources—from fan chants and matchday rituals to media portrayals and club histories—the book reveals how football stadiums have become unexpected stages for negotiating memory, identity, and historical trauma.
Offering a new approach to Holocaust memory, sports history, and Jewish studies, The Making of "Jew Clubs" shows how football cultures reflect and reshape Europe's conflicted relationship with its Jewish past.
Abstract: The new report by the JPR European Demography Unit estimates the ‘core’ Jewish population in the Netherlands is about 35,000. Furthermore, while the natural balance of Dutch Jews is negative (the population experiences more deaths than births), the Dutch Jewish population is growing slowly as a result of one single factor: migration, mainly from Israel.
The report was launched in Amsterdam in January 2025 in partnership with the Jewish Social Work Foundation/Joods Maatschappelijk Werk (JMW) and the Committee for Demography of Jews in the Netherlands.
Some of the key findings in this report:
The ‘core’ Jewish population of the Netherlands is estimated to be about 35,000 today (a mid-point of a 29,000–41,000 range), constituting 0.2% of the Dutch population.
According to the Israeli Law of Return, which applies to Jews, children and grandchildren of Jews, and all respective spouses, the estimated eligible population in the Netherlands might be as high as 65,000.
The Dutch Jewish population experiences more deaths than births and cannot grow on its own. Nevertheless, it is slowly increasing due to one single factor: migration. This situation is similar to that of the Dutch population as a whole.
Jews born in Israel constitute about 20% of the Jews living in the Netherlands today. The population with a direct connection to Israel, including those born in the Netherlands but with at least one parent born in Israel, comes to about a third of the Dutch Jewish population. A majority of Dutch Jewish children today are either Israel-born or born to Israeli parents already in the Netherlands.
Dutch Jews are one of the most secularised European Jewish communities. Only about 20% identify as ‘Orthodox’ or ‘Traditional’, and just 10%–20% are fully religiously observant. About 60% of partnered Dutch Jews are married to someone who is not Jewish.
A significant proportion of Dutch Jews (about 50%) currently identify with the Centre-Right in political terms. About a quarter are political centrists, and another quarter are Centre-Left. This situation is similar to the Dutch electorate as a whole.
Abstract: Despite many cultural and theological similarities and frequent social interaction between both groups, a one-sided negative, unqualified and polarized image of the relations between Jews and Muslims prevails. This book aims to break through this negative image, which is continuously fed and reinforced by the Israeli-Palestinian conflict. Particularly in the Low Countries, where large groups of Jews and Muslims live as religious minorities.
On the one hand , Jews and Muslims at the Start outlines the contours of the various historical and geographical contexts within which Jewish-Islamic relations can be situated: from the violent confrontation between the Jews in and around Medina and the prophet Mohammed via the so-called 'Golden Ages' in Andalusia to the explosive situation in the Middle East today. On the other hand, it delves deeper into the complex interaction between Islam and Judaism, which is expressed, among other things, in the attitude of the Koran towards Jews. Finally, both the mutual influence of texts and traditions are examined, as well as parallels and differences in the practice of religious life and the position of women and the LGBTQIA+ community.
Abstract: The Sixth Survey of European Jewish Community Leaders and Professionals, 2024, presents the results of an online survey offered in 10 languages and administered to 879 respondents in 31 countries. Conducted every three years using the same format, the survey seeks to identify trends and their evolution over time.
The 2024 survey came during a historically fraught moment for the Jewish people globally. The impact of the horrific October 7th attacks and the subsequent war in Israel cannot be understated. How is this affecting Jewish leadership and Jewish communal life? Therefore, in addition to the regular topics covered by the survey (community priorities, threats, security concerns, attitudes towards Europe and Israel), this edition included a special section designed to understand the impact of October 7th on Jewish life in Europe.
That October 7th has profoundly affected Jewish Europe is evident across multiple sections throughout the survey. Concern about antisemitism and the threat of physical attack has intensified. A large majority of 78% feel less safe living as Jews in their cities than they did before the Hamas attack, and respondents are more cautious about how they identify themselves as Jews. They are also more distant from their wider environments, with 38% reporting they have become more distant from non-Jewish friends.
The respondents were comprised of presidents and chairpersons of nationwide “umbrella organizations” or Federations; presidents and executive directors of private Jewish foundations, charities, and other privately funded initiatives; presidents and main representatives of Jewish communities that are organized at a city level; executive directors and programme coordinators, as well as current and former board members of Jewish organizations; among others
Abstract: FRA’s third survey on discrimination and hate crime against Jews in the EU reveals their experiences and perceptions of antisemitism, and shows the obstacles they face in living an openly Jewish life.
The survey pre-dates the Hamas attacks on 7 October 2023 and Israel’s military response in Gaza. But the report includes information about antisemitism collected from 12 Jewish community organisations more recently. Jewish people have experienced more antisemitic incidents since October 2023, with some organisations reporting an increase of more than 400%.
The survey results point to:
Rising antisemitism: 80% of respondents feel that antisemitism has grown in their country in the five years before the survey.
High levels of antisemitism online: 90% of respondents encountered antisemitism online in the year before the survey.
Antisemitism in the public sphere: in the year before the survey, 56% of respondents encountered offline antisemitism from people they know and 51% in the media.
Harassment: 37% say they were harassed because they are Jewish in the year before the survey. Most of them experienced harassment multiple times. Antisemitic harassment and violence mostly take place in streets, parks, or shops.
Safety and security concerns: Most respondents continue to worry for their own (53%) and their family’s (60%) safety and security. Over the years, FRA research has shown that antisemitism tends to increase in times of tension in the Middle East. In this survey, 75% feel that people hold them responsible for the Israeli government’s actions because they are Jewish.
Hidden lives: 76% hide their Jewish identity at least occasionally and 34% avoid Jewish events or sites because they do not feel safe. As a reaction to online antisemitism, 24% avoid posting content that would identify them as Jewish, 23% say that they limited their participation in online discussions, and 16% reduced their use of certain platforms, websites or services.
The EU and its Member States have put in place measures against antisemitism, which have led to some progress. These include the EU’s first ever strategy on combating antisemitism and action plans in some EU countries. The report suggests concrete ways for building on that progress:
Monitoring and adequately funding antisemitism strategies and action plans: This includes adopting plans in those EU countries which do not have them and developing indicators to monitor progress.
Securing the safety and security of Jewish communities: Countries need to invest more in protecting Jewish people, working closely with the affected communities.
Tackling antisemitism online: Online platforms need to address and remove antisemitic content online, to adhere tothe EU’s Digital Services Act. They also need to better investigate and prosecute illegal antisemitic content online.
Encouraging reporting and improving recording of antisemitism: National authorities should step up efforts to raise rights awareness among Jews, encourage them to report antisemitic incidents and improve the recording of such incidents. Greater use of third-party and anonymous reporting could help.
The survey covers Austria, Belgium, Czechia, Denmark, France, Germany, Hungary, Italy, the Netherlands, Poland, Romania, Spain and Sweden where around 96% of the EU’s estimated Jewish population live. Almost 8,000 Jews aged 16 or over took part in the online survey from January to June 2023. This is the third survey of its kind, following those of 2013 and 2018.
Abstract: Rising antisemitism in the twenty-first century has alarmed Jewish communities and the general public, but antisemitic hate crime victimization remains understudied outside the US context. This study primarily relies on a comprehensive survey of 16,400 Jews across twelve European countries, supplemented with data from additional sources, to assess individual and country-level predictors of Jews’ experiences and fears of antisemitic harassment and violence. Multilevel models indicate that young age, perceived discrimination, identity visibility, and identification with Israel are pronounced individual risk factors for victimization. On the country level, negative opinion of Israel and Muslim population share predict victimization, highlighting the role of a “new” or Israel-derived antisemitism in the twenty-first century. The factors most strongly associated with fear are young age, previous victimization, perceptions of an ambient antisemitic threat, and recent occurrence of fatal antisemitic violence. Overall, the findings underscore the importance of integrating general theory on hate crime and victimization with context-specific factors when seeking to understand the experiences of targeted groups.
Topics: Synagogues, Rabbis, Jewish Leadership, Jewish Heritage, Jewish Continuity, Religious Observance and Practice, Religious Denominations, Sephardi Jews, Main Topic: Culture and Heritage, Jewish Museums, Artefacts and Material Culture
Abstract: This article explores how rabbis, directors and members of Amsterdam’s Jewish religious communities view the heritagisation of Jewish religious life by analysing how they interact with Amsterdam’s main synagogues and their collections of ceremonial objects. It focuses on the synagogues of the Jewish Cultural Quarter – the Portuguese Synagogue with its accompanying Sephardi community, and the former Ashkenazi synagogue complex, now the Jewish Museum. From a dynamic heritage perspective, this heterogeneous constellation raises questions about how and why heritage making occurs here. Following a Constructivist Grounded Theory methodology, concurrent data collection and analysis let emerge interrelated conceptual categories that explain how communities interact with these functioning and musealised synagogues and objects: Embodying the transmission of tradition; Instrumentalising the heritage of Jewish religious life; Transforming the beauty of holiness; and Assembling in heritagised synagogues. These categories intersect in the core category of the Jewish religious heritage continuum, which this article presents as a dynamic embodiment of remembering, reconnection, and revival of Jewish tradition. For the interviewees, these performances, and the deployment of functioning and musealised synagogues and collections, form a cultural apparatus that marks their present, diverse and living material culture and grafts a Jewish future onto a Jewish past.
Abstract: Amsterdam’s National Holocaust Museum is due to open in March 2024. It is the first and only museum to tell the story of the attempt by the Nazis to eradicate Jews from the Netherlands, a history of segregation, persecution, and murder. Yet the story is also one of rescue, survival, and solidarity. One of the museum’s main goals is to engage visitors by involving them in a learning experience, in particular, to encourage young people to study and to develop the skills they need to be able to understand the past, to see how this impacts the present, and to recognize and challenge discrimination and antisemitism today. This article begins by sketching the presentation in the new museum and examines how the museum’s educational facilities (presentation and programs) encourage audiences to think about what they can do to combat discrimination in general, and antisemitism in particular.
Abstract: The Annual Antisemitism Worldwide Report, published by Tel Aviv University (TAU) and the Anti-Defamation League (ADL), reveals that 2023 saw an increase of dozens of percentage points in the number of antisemitic incidents in Western countries in comparison to 2022. A particularly steep increase was recorded following the October 7 attacks, but the first nine months of 2023, before the war started, also witnessed a relative increase in the number of incidents in most countries with large Jewish minorities, including the United States, France, the UK, Australia, Italy, Brazil, and Mexico.
According to the Report, in New York, the city with the largest Jewish population in the world, NYPD recorded 325 anti-Jewish hate crimes in 2023 in comparison to the 261 it recorded in 2022, LAPD recorded 165 in comparison to 86, and CPD 50 in comparison to 39. The ADL recorded 7,523 incidents in 2023 compared to 3,697 in 2022 (and according to a broader definition applied, it recorded 8,873); the number of assaults increased from 111 in 2022 to 161 in 2023 and of vandalism from 1,288 to 2,106.
Other countries also saw dramatic increases in the number of antisemitic attacks, according to data collected by the Report from governmental agencies, law enforcement authorities, Jewish organizations, media, and fieldwork.
In France, the number of incidents increased from 436 in 2022 to 1,676 in 2023 (the number of physical assaults increased from 43 to 85); in the UK from 1, 662 to 4,103 (physical assaults from 136 to 266); in Argentina from 427 to 598; in Germany from 2,639 to 3,614; in Brazil from 432 to 1,774; in South Africa from 68 to 207; in Mexico from 21 to 78; in the Netherlands from 69 to 154; in Italy from 241 to 454; and in Austria from 719 to 1,147. Australia recorded 622 antisemitic incidents in October and November 2023, in comparison to 79 during the same period in 2022.
Antisemitic incidents increased also before October 7
While the dramatic increases in comparison to 2022 largely followed October 7, the Report emphasizes that most countries with large Jewish minorities saw relative increases also in the first nine months of 2023, before the war started.
For example, in the United States, ADL data (based on the narrower definition for antisemitic incidents) point to an increase from 1,000 incidents in October-December 2022 to 3,976 in the same period in 2023, but also to an increase from 2,697 incidents between January-September 2022 to 3,547 in the same period in 2023 (NYPD registered a decrease in that period, while LAPD an increase).
In France, the number of incidents during January-September 2023 increased to 434 from 329 during the same period in 2022; in Britain – from 1,270 to 1,404. In Australia, 371 incidents were recorded between January and September 2023, compared to 363 in the same period in 2022. On the other hand, Germany and Austria, where national programs for fighting antisemitism are applied, saw decreases.
Abstract: EUJS has published a report on the Rise of Antisemitism at European Universities as a result of the October 7 Massacre. For the compilation of this report, we received more than one hundred and ten (110) reports of antisemitic incidents across Europe. However, this in no way reflects the true magnitude of incidents that have taken place, as many have gone unreported.
This report has been sent out to the European Commission, Members of the European Parliament, major Jewish organisations, Heads of Jewish communities, our Partners, Universities, and the press.
The message we want to spread with the report is: Jewish students do not feel safe on their campuses. Jewish students have even stopped attending classes out of fear due to the extremely hostile campus atmosphere. In 2024, this is unacceptable.
The European Union of Jewish Students will continue to gather information and data on antisemitism from University campuses across Europe. We will continue to fight against all forms of antisemitism, be it on campus or online, and to protect our Jewish students. We will continue, throughout, to advocate for a world that will allow for Jews to showcase and celebrate their Judaism in a positive way. But for this, collaboration on a university, institutional, governmental, and societal level is needed
Abstract: The present report provides an overview of data on antisemitism as recorded by international organisations and by official and unofficial sources in the European Union (EU) Member States. Furthermore, the report includes data concerning the United Kingdom, which in 2019 was still a Member State of the EU. For the first time, the report also presents available statistics and other information with respect to North Macedonia and Serbia, as countries with an observer status to the European Union Agency for Fundamental Rights (FRA). All data presented in the report are based on the respective countries’ own definitions and categorisations of antisemitic behaviour. At the same time, an increasing number of countries are using the working definition of antisemitism developed by the International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA), and there are efforts to further improve hate crime data collection in the EU, including through the work of the Working Group on hate crime recording, data collection and encouraging reporting (2019–2021), which FRA facilitates. ‘Official data’ are understood in the context of this report as those collected by law enforcement agencies, other authorities that are part of criminal justice systems and relevant state ministries at national level. ‘Unofficial data’ refers to data collected by civil society organisations.
This annual overview provides an update on the most recent figures on antisemitic incidents, covering the period 1 January 2009 – 31 December 2019, across the EU Member States, where data are available. It includes a section that presents the legal framework and evidence from international organisations. The report also provides an overview of national action plans and other measures to prevent and combat antisemitism, as well as information on how countries have adopted or endorsed the non-legally binding working definition of antisemitism adopted by the International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA) (2016) as well as how they use or intend to use it.
This is the 16th edition of FRA’s report on the situation of data collection on antisemitism in the EU (including reports published by FRA’s predecessor, the European Monitoring Centre on Racism and Xenophobia).
Abstract: This article explores the relationship between marriage and conversion from a critical gender perspective, based on a comparative ethnographic study of women’s conversion to Judaism, Islam and Christianity in the Netherlands. In the study of religion and gender, a valuable conceptual framework developed that questions the limited representation of religious women (as somehow ‘oppressed’) and recognises agency within observance. However, up to now, theories and conceptualisations of female conversion have not been able to successfully deal with the tension between individual agency and relationality, more concretely: between individual choice and the impact of intimate relationships. This article suggests a framework more capable of grasping the complexities of conversion and marriage, by introducing the concept of mixedness. In this approach, relationships are understood as agential spaces of religious becoming. Conversion forms and reforms what is ‘mixed’ within a relationship, and intimate relationships indeed play an important role in religious becoming. The goal is to move beyond the binary options that women seem to have to vocalise their process: either they convert because of someone else (implying less agency) or their religious transformation is an expression of autonomous, individual choice (neglecting the impact of relationships). Mixedness highlights the dynamic and fluid aspects of intimate relationships, whilst simultaneously focusing on the interactions between the couples’ experiences of mixedness and social norms of majority and minority religio-racial groups.
Abstract: This article analyses the experiences of Dutch women who became Jewish via a giyur process. While the past decade has seen an increased interest in the ethnographic study of women’s conversion, little is known about the process of giyur from a gender and everyday perspective, which is what this article focuses on. This is based on ethnographic research and interviews with 20 (Orthodox and non-Orthodox) converts. The main focus of this article is on the negotiations of gender and power in the process of giyur. The role of gender difference seemed to be one of the most important experienced differences between Orthodox and Liberal/Progressive forms of Jewish life. Not only is there an impact in the decision to join one or another community, but notions of gender and sexuality also influence the whole process of giyur, from first attraction to continued learning, implementation, and practicing of a “Jewish life.” Women have to deal with the power of the rabbinic court, who eventually can decide whether a candidate is allowed to become Jewish. However, questions of authority and individual choice played a role in different gendered areas as well: the position of women in the synagogue, reflections on the impact of relationships and the implementation of certain commandments in their everyday lives. Analysing these dynamics offers insight into the intersections of gender, power and conversion, as well as the role of gender in contemporary Jewry.
Abstract: In this report:
We look into Jewish migration from 15 European countries - representing 94% of Jews living in Europe - comparing data from recent years to previous periods over the last century, and focusing on the signal that the current levels of Jewish migration from Europe send about the political realities perceived and experienced by European Jews.
Some of the key findings in this report:
Peak periods of Jewish migration in the past century – from Germany in the 1930s, North Africa in the 1960s and the Former Soviet Union in the 1990s, saw 50%-75% of national Jewish populations migrate in no more than a decade;
No European Jewish population has shown signs of migration at anywhere near that level for several decades, although recent patterns from Russia and Ukraine point to that possibility over the coming years;
France, Belgium, Italy and Spain saw strong surges in Jewish emigration in the first half of the 2010s, which declined subsequently, but not as far as pre-surge levels;
However, the higher levels of migration measured in these counties during the last decade have not reached the critical values indicating any serious Jewish ‘exodus’ from them;
For Russian and Ukrainian Jews, 2022 was a watershed year: if migration from these countries continues for seven years at the levels seen in 2022 and early 2023, 80%-90% of the 2021 Jewish population of Ukraine and 50%-60% of the 2021 Jewish population of Russia will have emigrated;
Jewish emigration from the UK, Germany, Sweden, the Netherlands, Austria and Denmark has mainly been stable or declining since the mid-1980s;
In Sweden, Denmark and the Netherlands, there has been some decline in Jewish migration over the observed period, with migration eventually settling at a new, lower level.
Abstract: The Conference on Jewish Material Claims Against Germany (Claims Conference) commissioned Schoen Cooperman Research to conduct a comprehensive national study of Holocaust Knowledge and Awareness in the Netherlands.
Schoen Cooperman Research conducted 2,000 interviews across the Netherlands. The margin of error for the study is 2 percent. This memo presents our key research findings and compares these findings with prior Claims Conference studies, which were conducted in five other countries.
Our latest study finds significant gaps in Holocaust knowledge and awareness in the Netherlands, as well as widespread concern that Holocaust denial and Holocaust distortion are problems in the Netherlands today.
We found that 23 percent of Dutch Millennials and Gen Z respondents believe the Holocaust is a myth, or that it occurred but the number of Jews who died has been greatly exaggerated – the highest percentage among Millennials and Gen Z respondents in all six countries the Conference on Jewish Material Claims Against
Germany has previously studied.
Further, 29 percent of Dutch respondents, including 37 percent of Dutch Millennials and Gen Z respondents believe that two million or fewer Jews were killed during the Holocaust. Moreover, despite the fact that more than 70 percent of the Netherlands’ Jewish population perished during the Holocaust, a majority of Dutch respondents (53
percent), including 60 percent of Dutch Millennials and Gen Z, do not cite the Netherlands as a country where the Holocaust took place. Finally, 53 percent of Dutch respondents believe that something like the Holocaust
could happen again today.
Abstract: The European soccer clubs FC Bayern Munich, Austria Vienna, Ajax Amsterdam, and Tottenham Hotspur (London) are known as “Jew Clubs,” although none of them is explicitly Jewish. This study approaches the conundrum of identity performances, (e.g., Jew as self and “Jew” as other) from a transnational perspective. Using the “Jew Clubs” as case studies, I unpack the connection between collective memories and identity formations in post-Holocaust societies through the lens of sports. With the help of a wide range of primary sources and archival material such as fanzines, fan performances, street art, photographs, films, monuments, and museums, this study illustrates how soccer cultures function as a key site for the construction of collective memories and collective identities. As such, this dissertation joins the extant and growing international scholarship on sport and fan cultures, popular culture, Judaic studies, memory cultures, performance studies, museum studies, and German studies. The work also enhances our understanding of antisemitism, philosemitism, and gentile-Jewish relationships. Chapter 1 examines the “Jew Club” as memory culture and provides a detailed analysis of FC Bayern Munich’s “rediscovery” of its German-Jewish former club president Kurt Landauer in the early 21st century. By analyzing how the club’s turn to Landauer overshadowed the club’s role in expelling its Jewish members, this chapter puts forward the argument that memory is always also a form of forgetting. Chapter 2 illustrates how the “Jew Club” FK Austria Vienna (FAK) functions as a “cultural code,” that, in the interwar period, became associated with stereotypically “Jewish” features such as modernity, cosmopolitanism, and rootlessness. It analyzes the puzzling case of a “Jew Club” that is now supported by a neo-Nazi fan base. Finally, this chapter claims that a new “cultural code” emerges, as the club embraces its “Jew Club” identity to counter neo-Nazi fans. Chapter 3 assesses the “Jew Club” as fan performance. It analyzes how Ajax Amsterdam’s supporters developed their identity as “Super Jews” in reaction to the antisemitic taunts by rival fans. The chapter is grounded in a thorough discussion of fan and club cultures, as well as the transformations of Dutch memory culture and Dutch antisemitism. It argues that fan performances offer a particular opportunity to engage with the unmastered history of the Holocaust. Chapter 4 addresses the “Jew Club” as a problem by discussing the case of Tottenham Hotspur. It analyzes the debates about Spurs fans’ appropriation of the term “Yid,” which had previously been used by antisemitic rival supporters. This chapter introduces a new model of linguistic appropriation, which alters our understanding of linguistic reclamation. Ultimately, by engaging Jewish perspectives, it argues that the “Jew Club” offers a unique space for anti-antisemitic agency. The conclusion summarizes the findings of this study, identifies the similarities and differences among the four case studies, and applies the study’s results to reconsider the concept of a “(negative) German-Jewish symbiosis.” In essence, this study illuminates the ways sport clubs and fan cultures perform memory cultures and thus function as an important societal arena for constructing collective identities. The work clarifies the common features and distinctive characteristics of “Jew Clubs” from a transnational perspective. It shows how “soccer” serves as a contested space for questions of identity, subjectivity, and belonging, with implications reaching far beyond the stadium gate.
Abstract: The ADL Global 100: An Index of AntisemitismTM is the most extensive poll on antisemitic attitudes ever conducted, involving 102 countries and territories. The ADL Global 100: An Index of Antisemitism has provided crucial insights into national and regional attitudes toward Jews around the world, the levels of acceptance of antisemitic stereotypes and knowledge of the Holocaust.
In 2023, ADL released a focused survey that included 10 European countries: Belgium, France, Germany, Hungary, Netherlands, Poland, Russia, Spain, Ukraine and the United Kingdom.
First conducted in 2014, with follow up surveys in select countries since that time, this data is utilized by policy makers, researchers, Jewish communities, NGOs and journalists around the globe. The findings allow understanding of the magnitude of antisemitic attitudes around the world, and exactly which anti-Jewish beliefs are the most seriously entrenched.
The 2023 survey found that roughly one out of every four residents of the European countries polled for the 2023 survey harbored antisemitic attitudes. This result is consistent with the survey’s 2019 findings, showing that antisemitism continues to be entrenched across Europe. At least one in three respondents in Western European countries believe that Jews are more loyal to Israel than the countries they reside in. In Eastern Europe, the most commonly held stereotypes is that of Jewish economic control and the perception of Jews as clannish.
Among the questions asked of respondents, 11 questions measuring general acceptance of various negative Jewish stereotypes were used to compile an index that has served as a benchmark for ADL polling around the world since 1964. Survey respondents who said at least 6 out of the 11 statements are “probably true” are considered to harbor antisemitic attitudes.
The survey was fielded between November 2022 and January 2023 with 500 nationally representative samples in each of the eight European countries and 1,000 nationally representative samples in Russia and Ukraine, respectively.
Topics: Antisemitism, Main Topic: Antisemitism, Law, Policy, European Union, Antisemitism: Education against, Holocaust Commemoration, Holocaust Education, Hate crime, Jewish Heritage, Jewish Culture
Abstract: Existing scholarship on contemporary antisemitism tends to sacrifice breadth for depth, typically focusing on a specific dimension of the phenomenon or a single national or ideological context. This myopia threatens to limit our understanding of current antisemitism because separate parts of a complex picture are studied in isolation, and because crucial questions about temporal and cross-national variation remain understudied. To help remedy this situation, this article introduces a more comprehensive conceptual and empirical framework along with a new dataset intended to encourage the study of antisemitism as a multidimensional, cross-national, and dynamic phenomenon. The framework provides a model for studying antisemitism in four core dimensions—attitudes, incidents, cultural imagery, and Jews’ exposure—and specifies relevant variables and indicators, thus facilitating future research and data collection efforts. To supplement the framework, the article introduces a new dataset (DIMA—Dimensions of Antisemitism) featuring publicly available data covering three of the four dimensions: attitudes, incidents, and exposure. Based on patterns emerging from these data, hypotheses for further study are suggested. These contributions are intended to prepare the ground for a new and theoretically more ambitious research agenda in the field of contemporary antisemitism research.
